Ward en Dries veroveren Parijs
Net geen marathon onder de drie uur voor Ward Goethals. Daarvoor was Parijs niet vlak genoeg. Toch zette hij zonder meer een scherpe tijd neer. Ook MTVer Dries Van De Veire liep knap in Parijs. Dries schreef een leuk verslag over hun verovertocht door Parijs.
Parijs is niet alleen de stad van het Louvre, Montmartre, de Arc de Triomphe of de Eiffeltoren. Nee, je kan er ook lopen, en dit jaar vooral op 8 april. Daarom besloten Ward en ik om ons in te schrijven voor één van de grootste marathons ter wereld.
Het moet ergens eind 2017 zijn geweest – wellicht ergens op café – dat Ward me zei dat hij ging meedoen in Parijs. Aangezien ik niet graag een uitdaging uit de weg ga (en ook een beetje omdat Ward zijn Frans bijna even goed is als zijn Sanskriet) besloot ik dan ook maar om me in te schrijven. En dus kon de voorbereiding beginnen.
Het programma van ons beiden liep vrij gelijk; eind vorig jaar deden we al een halve in Terneuzen, gevolgd door de ‘traditionals’ begin dit jaar: Cadzand, de Leopoldslopen, Sluis, enzovoort. Wat ook vrij gelijk liep was ons gezaag over blessures: zelf liep ik voortdurend met een pijnlijke kuit rond, terwijl Ward dagelijks door een man of 8 uit zijn bed moest worden geholpen door een afslijtende onderrug. Niettemin stonden we zondagmorgen 8 april paraat op de Champs Elysées!
Daags vóór de marathon zakten we met onze wederhelften af naar de lichtstad, waar we in de late namiddag afspraken aan Porte de Versailles om ons nummer op te halen. Redelijk bizar dat ze, in tijden waarin auto’s bijna autonoom kunnen rijden, de tienduizenden deelnemers nog altijd hun nummer persoonlijk laten ophalen, maar dit geheel terzijde. Het hele voorjaar hadden we getraind in regen, wind, nog meer regen en af en toe wat sneeuw, maar nu baadde Parijs in een zalig lentezonnetje. ’s Avonds genoten we op een terrasje dan ook nog van een heerlijk dure cola alvorens ons bedjes op te zoeken. De stappenteller gaf aan dat we die dag veel te veel hadden rondgeslenterd, en dat was ook serieus te voelen aan de beentjes. Een slecht voorteken?
D-day: om 4 u ’s morgens lag ik al wakker door de niet zo optimale akoestiek in ons hotel; Ward had geslapen als een biggetje en zag er dan ook een pak frisser uit. Rond 8 u ontmoetten we elkaar aan de start. Door een meesterlijk plan van mijnentwege slaagde ik erin om samen met Ward in het vak van de 3 uur te starten (voor meer info: pm), helemaal vooraan dus. Een half uurtje later weerklonk het startschot en begonnen we met ongeveer 50.000 andere zotten aan een 42 km lange tocht door het hart van Parijs.
Ward ging voor een kanontijd onder de 3u en ging er als een speer vandoor. Zelf hoopte ik vooral dat mijn kuit het ging houden, en indien dit het geval was dacht ik dat 3u45 haalbaar was, en misschien 3u30 als de benen echt goed waren. Ondertussen spoorden onze vrouwen van hot naar her met de metro om ons zo veel mogelijk morele steun te geven.
Wat ons op voorhand wat angst inboezemde, was het aantal hoogtemeters van de marathon. Het eerste deel viel in dat opzicht nog vrij goed mee, maar na halverwege begon het inderdaad flink te golven (vooral de stukken langs de Seine en de passage helemaal op het eind in Bois de Boulogne). Uiteindelijk gaf mijn horloge een totaal van 500 hoogtemeters aan, niet te onderschatten dus. Van het glooiende parcours had ik persoonlijk niet veel last, maar wel van de warmte. Bij Ward was het net andersom, wat verwacht je ook als je al een Iron Man hebt afgewerkt bij 40 graden.
Gedurende zowat de hele race hadden we allebei een vrij goed gevoel in de benen en het hoofd. Enkel de laatste kilometers begon het overal te kraken en te piepen, maar wie ooit al een marathon heeft gelopen, weet natuurlijk dat dit onvermijdelijk is. Na 3 uur en 2 minuten kwam Ward over de streep gesneld, iets boven de tijd die hij had gehoopt, maar dat neemt niet weg dat dit een erg straffe prestatie is. Voor de statistieken: met die tijd eindigde hij op de 1.184ste plaats. Een klein half uurtje later, na 3u28, kwam ook ik meer dan tevreden over de meet als 4.614de.
Zowel Ward als ik hadden na afloop dus alleen maar reden om te lachen, te meer omdat we al hadden gepland om die zondagmiddag nog enkele potten te gaan pakken in een barretje. Helaas kreeg ik al snel een mokerslag van de hamer, waardoor ik tot mijn grote spijt een glas gerstenat van 9 euro moest laten staan. Gelukkig hadden we nadien nog een week verlof om onze schade in te halen. Een superweekend dat smaakt naar weer, op naar de volgende!